John W.M. Jagt is sinds januari 1991 werkzaam bij het Natuurhistorisch Museum Maastricht, als conservator paleontologie, de eerste jaren op deelcontract (met daarnaast een halve oio [onderzoeker-in-opleiding] plek via NWO), maar nu in vast dienstverband. Het proefschrift (in mei 2000 verdedigd) aan de Vrije Universiteit Amsterdam had de stekelhuidigenfauna’s van het Laat-Krijt en vroeg-Paleoceen als onderwerp, en de veranderingen daarin over de Krijt-Paleogeen-grens heen.
Ruim 300 Engelstalige artikelen in internationale vakbladen, en lid van de redacties van negen aardwetenschappelijke tijdschriften, en veel werk als reviewer voor dergelijke uitgaves, en (mede)auteur van ca. 200 nieuwe geslachten en soorten.
Interesse gaat uit naar het ‘type Maastrichtien’ van de Sint-Pietersberg en naaste omgeving, en de stratigrafie van dat tijdvak. Belangrijkste fossielgroepen: koppotigen (Cephalopoda), stekelhuidigen (Echinodermata) en kreeftachtigen (Malacostraca, Cirripedia). Doelstelling – de diversiteit van het Laat-Krijt zo volledig mogelijk te documenteren, en collecties daarvan aanleggen en ontsluiten voor zowel de museumbezoeker als de geïnteresseerde wetenschapper in binnen- en buitenland. Spil van de groep amateurpaleontologen die het museum als uitvalsbasis beschouwen – veel fantastisch materiaal bij mensen thuis, dat gelukkig op die manier voor de wetenschap beschikbaar is, en blijft.
